Bladeren vallen tegen de koude grond,
rillend worden ze bruin en vervagen ze weg.
Ik sta met grote voeten, grote voeten ik stond,
gezicht in de kou, wind maakt mijn wangen koud.
Het is kloppend als ik mijn gezicht tegen het warme leg,
en word het langzaam licht, als het buiten weer dauwt.
Kleuren maken de straten weer mooi,
zachte kleuren met zachte kriebels in je buik.
Heerlijk als ik met deze gevoelens de wereld in duik,
ik sta er voor, ik stond er voor.
De vogels geven aan mij gehoor,
en fluiten het mooiste lied wat te horen is,
hopelijk wordt het mooie buiten nooit een gemis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten